Publicatie TFB: Van postbezorging tot rechtsbeschermende ondermijning door dwangsomjagers

Postbezorging is een onderwerp dat nogal eens voorbijkomt in de media. Vroeger – toen alles, of bijna alles, beter was – was de postbezorging één van de dingen in het leven waar je op kon vertrouwen. Postte je voor zes uur een brief, dan was het eigenlijk wel zeker dat deze brief de volgende dag bij de geadresseerde op de mat lag. Vandaag de dag is die zekerheid er zeker niet meer. De kwaliteit van de bezorging is slecht; de betrouwbaarheid is ‘significant’ afgenomen. PostNL heeft bepaalde wettelijke taken en ook termijnen waarbinnen post dient te worden bezorgd. De Minister van Economische Zaken dacht dat een mogelijke oplossing voor de afgenomen betrouwbaarheid door PostNL was hen een dag extra te geven voor de bezorging. 48 uur de tijd om post te bezorgen, zou de betrouwbaar heid ten goede moeten komen. Onder druk van de Kamer is inmiddels echter van dit idee afgezien. Niet alleen de kranten staan er vol mee, ook de rechtspraak heeft veelvuldig te maken met vraagstukken rondom post bezorging. Zo heeft A-G Wattel een zeer lezenswaardige gemeenschappelijke bijlage (hierna ook bijlage) geschreven bij zijn conclusies van 15 maart 2024 waarin hij het bewijsvermoeden bij aangetekende verzending van stukken behandelt. In deze bijdrage behandel ik kort zijn bevindingen en ga ik in op een opmerking aan het eind van zijn bijlage.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *